Eventuele specifieke trends en ontwikkelingen die (in)direct van invloed zijn op kaders, erkenningscriteria en/of in- en uitstroom van de diverse CZO-opleidingen, worden per opleiding weergegeven. Een en ander gebaseerd op bijeenkomsten van expertpanels, opleidingscommissies, managementinformatie, in- en uitstroomcijfers, ramingen van het Capaciteitsorgaan, beoordelingen van erkenningen en audits.

Cluster langdurig

Endoscopieverpleegkundige

Het aantal erkenningsaanvragen is na het eerste jaar van de coronapandemie weer mondjesmaat toegenomen. De al erkende opleidingen zijn ondanks de coronacrisis blijven opleiden. Naar verwachting zal de komende jaren de vraag naar endoscopieverpleegkundigen blijven groeien, onder andere als gevolg van het bevolkingsonderzoek darmkanker en de vorming van endoscopische centra.

In het kader van CZO Flex Level zijn de EPA’s en opleidingseisen voor deze opleiding in 2021 vastgesteld.  Nieuw hierbij is dat de longscopieën opgenomen zijn bij de specifieke EPA’s. Komend jaar zal nagegaan worden of en in welke mate de longscopieën onderdeel worden van de kern EPA’s van de deze opleiding/leerroute.

In het najaar van 2021 is gestart met de verdere implementatie van deze opleiding binnen het nieuwe opleidingsstelsel CZO Flex Level, voor zowel het leren in theorie en praktijk.

Verpleegkundig endoscopist

De aanmelding van studenten voor deze opleiding is medio 2021 conform verwachting zo goed als stilgevallen. Het opleidingsinstituut heeft na uitgebreide verkenningen met het werkveld en betreffende stakeholders, tóch besloten deze opleiding in 2021 nog eenmaal aan te bieden om daarna te stoppen met het opleidingsaanbod. Belangrijkste oorzaak, er worden nauwelijks verpleegkundig endoscopisten opgeleid omdat er geen tekort meer is aan Maag-, Darm- en Lever- (MDL-)artsen.

Dialyseverpleegkundige

Gezien krapte op de arbeidsmarkt zijn ook in 2021 onverminderd veel dialyseverpleegkundigen opgeleid. Vanuit het project CZO Flex Level zijn de EPA’s en opleidingseisen voor deze opleiding in de zomer van 2021 ontwikkeld en vastgesteld. Met de EPA’s is ook meteen een goede samenhang gelegd tussen de opleiding dialyse-assistent en dialyse verpleegkundige zodat de onderlinge samenhang en doorlopende leerlijnen tussen deze opleidingen geborgd zijn.  In het najaar van 2021 is gestart met de verdere implementatie van deze opleiding binnen het nieuwe opleidingsstelsel CZO Flex Level voor zowel het leren in theorie en praktijk.

Dialyse-assistent

Door de krapte op de arbeidsmarkt en (personele) ontwikkelingen op dialyse-afdelingen, dialysecentra als ook in de thuisdialyse is er landelijk een toenemende behoefte aan de ondersteunende rol van de dialyse-assistent, als tweede deskundigheidsniveau.

Dit was ook zichtbaar door het toenemend aantal afzonderlijke erkenningsaanvragen voor deze opleiding, ondanks de coronacrisis.  Ondanks dat de opleiding dialyse-assistent niet opgenomen is in de 1e tranche van CZO Flex Level is bij de EPA-ontwikkeling voor de opleiding dialyse-verpleegkundige, meteen ook een goede samenhang gelegd met de EPA’s voor de opleiding dialyse-assistent. Daarmee is de onderlinge samenhang met doorlopende leerlijnen tussen deze opleidingen geborgd. In 2022/2023 kunnen dan de opleidingseisen dialyse-assistent doorontwikkeld worden op basis van deze EPA’s.

Cluster Medisch Ondersteunende Opleidingen

Gipsverbandmeester

De opleiding gipsverbandmeester was onderdeel van het CZO-auditprogramma in 2021. Daarmee is deze opleiding in een groot aantal ziekenhuizen geauditeerd in 2021 en heeft de opleidingscommissie een groot aantal (her)erkenningsaanvragen beoordeeld. Hetgeen, mede gezien de coronapandemie een enorme uitdaging was voor de opleidingscommissie, welke met veel inzet van alle OC leden inhoud kreeg.

Zichtbaar is dat er in 2021 gezien de krapte op de arbeidsmarkt voor deze beroepsgroep, volop wordt opgeleid. Ook de zorgen rondom vergrijzing binnen deze beroepsgroep nemen toe. Daarnaast zijn er ook steeds meer nieuwe ontwikkelingen op het gebied van spalken en e-health, daarmee is het beroep volop in beweging. De beroepsvereniging is nog in gesprek met de leden over de actualisatie van het beroepscompetentieprofiel. De implicaties daarvan zal de opleidingscommissie medio 2022 opnemen in de nieuwe CZO-opleidingseisen CZO Flex Level die in de 2e tranche ontwikkeld worden.

Deskundige infectiepreventie (ziekenhuis en GGD)

De opleiding gipsverbandmeester was onderdeel van het CZO-auditprogramma in 2021. Daarmee is deze opleiding volop in ziekenhuizen geauditeerd gedurende 2021. De opleidingscommissie heeft daardoor een groot aantal (her)erkenningsaanvragen beoordeeld. Gezien de coronapandemie en de enorme werkdruk voor de deskundige infectiepreventie was het een grote uitdaging voor de leden van de opleidingscommissie, welke met veel inzet inhoud kreeg.

Zichtbaar is dat er gezien de krapte op de arbeidsmarkt voor deze beroepsgroep, volop wordt opgeleid en er ook ontwikkelingen zijn richting regionaal opleiden.

Ook wordt zichtbaar dat er, mede ingegeven door de tekorten en de coronapandemie, er steeds meer behoefte is aan een ondersteunende functie. Er wordt een steeds diverser aanbod van niet-gereguleerde opleidingen voor assistent-infectiepreventie geboden. Dit is echter (nog) geen formele functie in ziekenhuizen. Tevens blijkt dat er binnen andere sectoren, zoals de thuiszorg en verpleeghuiszorg meer behoefte is aan de ondersteuning van de deskundige infectiepreventie. Het werkterrein van de deskundige infectiepreventie vanuit het ziekenhuis verbreed daarmee ook extramuraal.

Het blijkt dat de in 2020 herziene opleidingseisen bijzonder goed bij deze ontwikkeling aansluiten.

In 2021 hebben de contractafspraken met GGD GHOR Nederland door de coronapandemie de nodige vertraging opgelopen. Dat heeft de voorbereidingen op het implementeren van deze opleiding niet in de weg gestaan. Bij de GGD GHOR is volop gewerkt aan het voorbereiden van voorzieningen om deze opleiding aan te gaan bieden. Het CZO heeft gedurende het jaar ondersteuning en uitleg gegeven ten behoeve van dit proces. Het CZO verwacht de 1e erkenningsaanvragen vanuit de GGD-GHOR in het eerste kwartaal van 2022.

Medisch technicus

De COVID-19 pandemie heeft de introductie van deze opleiding in het werkveld zeer vertraagd. De medisch technici zijn ook in 2021 nauw betrokken geweest bij de COVID-19-zorg in het ziekenhuis. Desondanks zijn in 2021 de eerste aanvragen waaronder die van het opleidingsinstituut erkend. Ook is in 2021 al één ziekenhuis geauditeerd voor deze opleiding en zijn voor 2022 een tweetal aanvragen in voorbereiding.

De landelijke introductie van deze opleiding kreeg een verder vervolg op het landelijk congres 2021. De verwachting is dat na de coronacrisis, het aantal erkenningsaanvragen verder zal toenemen. Ook de integratie van theorie en praktijk kreeg een vervolg. De beroepsvereniging en het opleidingsinstituut zijn in gesprek om een eenduidig portfolio te ontwikkelen.

Wond-, ziekenhuispsychiatrie-, geriatrie- en oncologieverpleegkundige

De wondverpleegkundige en ziekenhuispsychiatrieverpleegkundige zijn redelijk nieuwe opleidingen (publicatie oktober/november 2019). Met dat steeds meer organisaties een erkenning hebben, neemt ook de instroom en het aantal diploma’s toe. Bij met name de geriatrie- en oncologieverpleegkundige zie je dat er steeds meer opleidingsplekken in ziekenhuizen komen, waardoor ook meer opgeleid kan worden.

Voor de geriatrie- en oncologieverpleegkundige zijn de CZO Flex Level opleidingseisen  in 2021 gepubliceerd. Die van de  neuroverpleegkundige zijn nog in ontwikkeling.

Klinisch- en orgaanperfusionist

De opleiding tot  klinisch perfusionist  is weer op de auditplanning gezet. Dit betekent dat deze opleiding bij veel organisaties die al een erkenning hadden voor de opleiding, nu voor her-erkenning zijn ingedeeld.

Het CZO kent de regel dat binnen twee jaar na publicatie van de opleidingseisen de eerste erkenning moet zijn ingediend. Gebeurt dat niet dan kan de stekker uit de commissie en de opleiding getrokken worden.  Bij de opleiding tot orgaanperfusionist werken de opleiders heel hard  aan het  vormgeven van het curriculum. Besloten is de opleiding  on hold te zetten in afwachting van het curriculum. Als dat rond is kunnen de erkenningsaanvragen ingediend worden.

Cluster VVT

In 2021 zijn ook de laatste instituten die opleiden voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) verzorgen, overgegaan naar de CZO-systematiek van erkennen, -studentenregistratie en -diplomering. Hierdoor zijn in 2021 de werkelijke aantallen studenten duidelijk in beeld gekomen en is de enorme stijging van bijvoorbeeld de EVV-opleiding van 206 (2020) naar 911 hiermee verklaard. Het aantal erkenningen die het CZO heeft afgegeven voor de VVT-branche is navenant hoog.

De COVID-pandemie, de arbeidsmarkttekorten door de daling van de beroepsbevolking en de uitstroom uit de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg hebben een zware wissel getrokken op de branche.  Ook de CZO VVT-opleidingen hebben een bijdrage geleverd aan het verminderen van de tekorten in- en het professionaliseren van de branche. De opleidingen tot eerst verantwoordelijk verzorgende, de gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie, de gespecialiseerd verzorgende revalidatiezorg, de gespecialiseerd verzorgende gerontopsychiatrie en de gespecialiseerd verzorgende somatiek zijn vervolgopleidingen na de mbo-verzorgende IG opleiding. Deze functiegerichte opleidingen geven de medewerkers in de VVT loopbaanperspectief.

Gesignaleerde trends binnen het CZO met betrekking tot. de VVT zijn: meer samenwerking met ziekenhuizen, meer behoeft aan specifieke zorg voor specifieke doelgroepen, grote inzet van werkgevers op scholing om medewerkers zoveel mogelijk te binden.

Cluster acuut

Ook in 2021 is het acute cluster weer getroffen door de COVID–pandemie. Desondanks of juist door de pandemie zijn de opleidingen in het acute cluster gestart met het samenhangend stelsel met de EPA's als bouwstenen. Veel zorgorganisaties zijn gestart met de opleiding BAZ om voldoende mensen in te kunnen zetten tijdens de pandemie. Dit heeft een positief gevolg gehad voor samenwerking in het acute cluster: intern tussen afdelingen en tussen ziekenhuizen (regionale samenwerking). De BAZ kan als eigenstandige opleiding ingezet worden en als doorstroomprofiel voor de opleidingen uit het acute cluster: ambulanceverpleegkundige, cardiac care verpleegkundige, intensive care verpleegkundige, medium care verpleegkundige, recoveryverpleegkundige en spoedeisende hulp verpleegkundige. In 2021 zijn de  EPA's vastgesteld en de opleidingseisen van de recovery gepubliceerd.

Door lateralisatie van zorg worden afdelingen in kleine ziekenhuizen samengevoegd. Hierdoor zijn combifuncties nodig om aan de nieuwe zorgvraag te kunnen voldoen.

  • Door het toepassen van het samenhangend stelsel wordt flexibiliseren in opleiden mogelijk en zijn in 2021 gecombineerde opleidingen aangeboden in het acute cluster zoals de cardiac care verpleegkundige - intensive care verpleegkundige, de cardiac care verpleegkundige - medewerker interventie cardiologie, de spoedeisende hulp verpleegkundige - ambulanceverpleegkundige
  • Door de combinatiefuncties geeft dit medewerkers de mogelijkheid zich blijven te ontwikkelen en te binden

De instroom- en uitstroom van studenten is nagenoeg gelijk gebleven binnen het acute cluster maar men kan nog niet voldoen aan de eisen van het Capaciteitsorgaan. Oorzaak hiervan zijn de tekorten op de arbeidsmarkt als gevolg van demografische verschuivingen: krimp van de beroepsbevolking.  Door innovatieve leerarrangementen te ontwikkelen hoopt men de toestroom te vergroten (aantrekkelijk onderwijs) en meer effectief en efficiënt op te leiden. De instroom van de verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg is sterk afgenomen. Dit komt overeen met de tekorten in deze beroepsgroep.

Voortijdig verlaten van de opleiding is groot bij de opleiding tot intensivecare-verpleegkundige (23%). Het is gissen naar de oorzaak mogelijk is de werkdruk tijdens de COVID-pandemie een oorzaak.

De (her)erkenningen zijn gedaald omdat bij de zorgorganisatie binnen het acute cluster bijna geen audits hebben plaatsgevonden. Met uitzondering van de nieuwe opleiding tot medewerker interventiecardiologie en de intensive care practitioner met de vier uitstroomprofielen. In 2021 zijn bij drie theorieaanbieders binnen het acute cluster een audit afgenomen. In 2021 zijn de EPA's vastgesteld en de opleidingseisen van de recovery gepubliceerd daardoor is de instroom van studenten nog laag.

De erkenningen van de intensive care practitioner met de uitstroomprofielen circulation practitioner en ventilation practitioner zijn mede door de COVID-pandemie toegenomen en deze trend zet zich nog steeds voort. Deze opleiding is van meerwaarde op de afdeling intensive care waar steeds meer specialistische zorg gegeven wordt.

Cluster OK

In 2021 heeft het OK cluster een buddy functie verleend aan het acute cluster vanwege den COVID-pandemie.

Een aantal zorgorganisaties zijn op pilot basis (’Zorg voor het Noorden’) gestart met het opleiden via de EPA’s in het samenhangend stelsel. Het gaat om de opleiding tot anesthesiemedewerker, de medewerker operatieve zorg en de operatieassistent. Dit vindt plaats in een regionale samenwerking, waardoor gebruik gemaakt wordt van praktijkleerroutes die plaatsvinden in de verschillende zorgorganisaties.

In de regio Rotterdam (pilot ‘De Rotterdamse Zorg’) hebben de zorgorganisaties en de opleidingsinstituten de handen ineengeslagen om het personeelstekort en daarmee het arbeidsmarktvraagstuk samen op te lossen. Daar wordt in regionaal verband gekeken in welke zorgorganisatie de student voor de opleiding tot anesthesiemedewerker en operatieassistent het best de opleiding kan volgen. Afgelopen jaar heeft deze regio een begin gemaakt met de ontwikkeling van de EPA’s als bouwstenen. Er wordt gestart per maart 2022.

Voor de opleiding tot sedatiepraktijkspecialist hebben de opleidingsinstituten VUmc Amstel Academie en de Erasmus MC Academie de handen ineengeslagen om samen het theoretisch curriculum aan te bieden.

De instroom- en uitstroom van studenten is nagenoeg gelijk gebleven binnen het OK- cluster maar men kan nog niet voldoen aan de eisen van het capaciteitsorgaan. Oorzaak hiervan zijn de tekorten op de arbeidsmarkt als gevolg van demografische verschuivingen: krimp van de beroepsbevolking.  Door innovatieve leerarrangementen te ontwikkelen hoopt men de toestroom te vergroten (aantrekkelijk onderwijs) en meer effectief en efficiënt op te leiden.

Voortijdig verlaten van de opleidingen zijn groot bij de opleidingen tot anesthesiemedewerker (27%) en operatieassistent (20%).

Het is gissen naar de oorzaak; mogelijk is de werkdruk tijdens de COVID-pandemie een oorzaak.

De (her)erkenningen zijn gedaald omdat bij de zorgorganisatie binnen het OK-cluster bijna geen audits hebben plaatsgevonden.

Cluster moeder-kind

Wat vooral opvalt is dat er bij kinderverpleegkundige en kinderoncologieverpleegkundige méér diploma’s zijn uitgegeven dan instroom heeft plaatsgevonden. Dit is verklaarbaar in de grote piek aan instroom in 2020, die op 370 lag.

Evenzo voor kinderoncologieverpleegkundige. De piek in 2020 lag op 36.

Het stopperspercentage bij highcare-neonatologieverpleegkundige en highcare kinderverpleegkundige ligt relatief laag. Dit zou het gevolg kunnen zijn van selectie aan de poort of een betere begeleiding.

Een hieraan parallel lopende ontwikkeling is die van de EPA’s en de aanpassingen in de opleidingseisen. Hierdoor is het aantal erkenningsaanvragen van zorgorganisaties de laatste maanden minimaal.

Vanaf zomer 2021 bestond het overgrote gedeelte (bureau) erkenningsaanvragen bij het CZO uit aanvragen voor de highcare neonatologieverpleegkundige

en enkele highcare kinderverpleegkundige en kinderverpleegkundige.

Pas helemaal aan het eind van 2021 komen er oriënterende nieuwe verzoeken over kinderverpleegkundige. Dit zijn kleinere gespecialiseerde organisaties, vaak extramuraal actief, die onderzoeken of zij ook zélf als organisatie erkenning willen aanvragen of dit toch onder de vlag van een groter erkend ziekenhuis willen realiseren.

Radiologie

Vanuit de gedelegeerde  verantwoordelijkheid van VWS aan het CZO  betreffende het toezicht op de radiologie opleidingen heeft in 2021 het accent voor wat betreft de audits  vrijwel maandelijks op de radiologieopleidingen gelegen. Zowel in de zorgorganisatie als in de theorie instellingen. Het gaat hier om theorie-instellingen en zorgorganisaties waar studenten kunnen afstuderen met een CZO-diploma.

In de praktijk gaat dit om de inservice opleiding radiodiagnostisch laborant, radiotherapeutisch laborant en de medisch nucleair werker.

Voor wat betreft de MBRT-duaal gaat het om de zorgorganisaties waar studenten worden opgeleid voor een CZO-diploma radiodiagnostisch laborant en radiotherapeutisch laborant.

Er zijn acht actieve erkenningen en twee hererkenning in behandeling duaal MBRT radiotherapeutisch laborant. Er zijn negen actieve erkenningen radiotherapeutisch laborant, inservice opleiding en twee nieuwe zorgorganisaties als erkenningsaanvrager

Geconcludeerd kan worden dat het aantal erkenningen MBRT-duaal radiotherapie en inservice radiotherapie opleiding vrijwel gelijk is. Opgemerkt dient te worden dat niet elke zorgorganisatie beschikt over een praktijkleerplaats radiotherapie.

Zorgorganisaties kunnen ook putten uit de voltijd-MBRT waarvan radiotherapie een onderdeel is. Dit valt buiten het gezichtsveld van het CZO.

Kraamverzorgende

De leerlingen van de opleiding tot kraamverzorgende hebben veel hinder ondervonden van de coronapandemie en de hiermee samenhangende maatregelen. Het onder begeleiding werken in de thuissituatie was beperkt mogelijk, met name bij de partusassistentie. Omdat het aantal personen beperkt diende te blijven in de thuissituatie om de verspreiding van het virus te minimaliseren was het  voor de kraamverzorgende moeilijk om de vereiste leersituaties te verkrijgen.

Partusassistentie is een essentieel onderdeel van de opleiding tot kraamverzorgende en ook een zeer verantwoordelijk onderdeel. De verloskundige moet kunnen vertrouwen op een goed opgeleide kraamverzorgende overeenkomstig  de opleidingseisen.

Om te garanderen dat de leerlingen de vereiste vijfmaal partusassistentie voldoende met een proeve van bekwaamheid konden afsluiten is er een tijdelijke regeling van kracht geweest.

Deze tijdelijke regeling was een combinatie met fysieke partusassistentie onder begeleiding en toetsing en skills training in de theorie. Er zijn leerling kraamverzorgenden die hun opleiding moesten verlengen vanwege gemis aan leersituaties ten gevolge van  de maatregelen coronapandemie.

OVERZICHT OPLEIDINGEN

SAMENSTELLING RVT, COMMISSIES EN BUREAUMEDEWERKERS